De verkiezingen leveren het bewijs: Menen niet langer marginaalste stad van Vlaanderen!
- door : V.M.
- Categorie : Burgerparticipatie
De gemeenteraadsverkiezingen hebben gerechtigheid gebracht. Nu in Eeklo nog minder mensen gingen stemmen dan in Menen, heeft de pers die stad ontdekt als de meest marginale stad van Vlaanderen. Zeker het scheelt maar enkele procenten, maar in de koers maakt minder dan een bandlengte ook het verschil uit tussen winst of verlies.
Gevolg was dus dat de gazettenschrijvers en televisiereporters richting Eeklo trokken om in plaatselijke cafés de vroege tooghangers aan de tand te voelen. Hoe marginaal waren ze wel? En hoe kwam dat? Een of andere zatlap en vervolgens een professor mochten hun mening spuien over het gebrek aan betrokkenheid bij het bestuur. De commentaren werden geïllustreerd met foto’s van het grauwe en lege Marktplein in de troosteloze regen. De naam van Eeklo was gemaakt. Zó werd de titel van marginaalste stad van Vlaanderen dus weggegeven.
Nog maar enige jaren geleden kwam Eeklo in het nieuws omdat de stad zich helemaal op de windmolen-hype had gestort. Er werd daar met de talrijke windturbines meer elektriciteit geproduceerd dan ze konden opgebruiken. Meer nog: de mensen waren daarbij zozeer betrokken dat ze met eigen geld konden investeren in de slagschaduw en het gebrom dat hun verdere leven zuur zal maken. Zelfs kansarmen mochten mee in de boot, want aan hen werden aandelen in bruikleen gegeven. De BBC kwam naar Eeklo om er een reportage te maken over burgerparticipatie. (Hoewel dat ook een promotiestunt van de windmolenverkopers kan zijn geweest.) ‘Het kan verkeren,’ zei de dichter Bredero ooit.
Geleerde mensen verklaren de lage opkomst in Menen met de statistiek dat vele kandidaat-kiezers buitenlandse roots hebben. Volgens het dagblad De Tijd piekt Menen op dat criterium. Maar andere gemeenten, zoals Sint-Genesius-Rode en Kraainem, scoren even hoog op vlak van buitenlanders. Het gaat eerder om de eigenheid van de groep inwijkelingen. Enige jaren geleden meldde een lezer dat bepaalde groepen buitenlandse Menenaars een eigen (wijk-)’burgemeester’ hebben. Ze voelen geen behoefte om zich aan te sluiten bij het plaatselijk democratisch proces en regelen de zaken onderling en op eigen wijze.
De geleerde mensen wijzen verder naar een verband met het lage gemiddelde inkomen, dat op zijn beurt verband houdt met een lage scholingsgraad. Een combinatie van buitenlandse origine en lage scholingsgraad werkt daarenboven versterkend. Sommige niet-Belgen hebben misschien nooit geweten dat er op 13 oktober verkiezingen waren, of waarvoor die dienden.
Het falen van de sociaal assistenten
De stad Menen zet terecht zwaar in op kansengroepen. Middelen en personeel worden niet gespaard. En gezien men hetzelfde geld maar één keer kan uitgeven, worden sommige andere projecten van de weeromstuit minder bedeeld.
De werking van, bijvoorbeeld, de politie kan men beoordelen op basis van criminaliteitscijfers. Maar wie evalueert de werking van de vele sociale diensten? Dalen de problemen veroorzaakt door kansarmoede? Als het geld wordt uitgegeven aan tussenkomsten die niet effectief zijn, is dat boter aan de galg. Uit het onderzoek van de plaatselijk N-VA (dat door sommigen populistisch werd genoemd) zou blijken dat het voor vele stadsgenoten ‘genoeg’ is geweest. Er moet nog wat overschieten voor het ‘echte werk’.
Meer zelfs: al te goed is buurmans gek. Toen toenmalig schepen voor Wonen Tom Vlaeminck (Open VLD) in 2018 een brief schreef naar andere steden om geen kwetsbare gezinnen uit hun gemeente in Menen te dumpen, kreeg hij een heel leger sociaal assistenten over zich heen. Als waren het beenhouwers die een veganist ter orde riepen. De blijvende lagere kwaliteit van de woningen, de vervuilende afvalboeren met hun afvaljobs en het succes van bijzondere tewerkstellingsprojecten zijn helaas ons deel geworden. Als de trein stopt in Menen trekken de mensen hun neus op. Vorige week nog meegemaakt: bij het spreken over Menen, denkt men niet verder dan de ‘Barakken’. Hoe kunnen we dan fier zijn op onze stad?
Paars is een roodachtig blauwe (of blauwachtig rode) kleur waarvan de grenzen niet duidelijk vastliggen.
Als partijen met verschillende ideologieën al op voorhand gezamenlijke plannen smeden om de post burgemeester in huis te halen, dan is dat een handige politieke zet. Maar daarmee dient men de inspraak van de burger niet. Waarvoor heeft men gestemd? De kartelpartij ‘Voor 8930’ zal kleur moeten bekennen bij het kiezen van haar coalitiepartner. Maar zoals een plaatselijk blad al durfde te vermoeden: het zal misschien ook om de postjes gaan. De betrokkenheid van de burger ter ere …