Alles begon zeer gemoedelijk, zo’n vijftig jaar geleden. Aan de Lageweg in Menen werd een ambachtelijke zone ingericht die de mooie naam Grensland kreeg. Een meubelmaker, een stapelplaats van een aannemer in bouwwerken, een begrafenisondernemer; hoe mooi kan het leven zijn. Werk in eigen streek. Maar toen kwam iemand met het idee om er een verbrandingsoven te bouwen. Een verbrandingsoven op een ambachtelijke zone, dat gaat niet. Dus werd Grensland omgeturnd tot een zone voor belastende industrie. Men ‘vergat’ wel een buffer te voorzien tussen de woonhuizen en het nieuwe genre fabrieken. Een historische vergissing, heet het op vandaag.
Ondertussen is de verbrandingsoven weg (letterlijk met de grond gelijk gemaakt) nadat bleek dat de rook heel Menen met dioxines en andere gevaarlijke stoffen vergiftigde. De rest van de vervuilende bedrijven heeft de historische vergissing overleefd.
Goed, vergissingen worden gemaakt. Soms kunnen ze verholpen worden. Waar mogelijk kon in de Lageweg gebufferd worden met een groenzone tussen de fabrieken en woningen. Er konden voorwaarden worden opgelegd bij het vernieuwen van de vergunningen. Nieuwe bedrijven kon zorgvuldig worden geselecteerd. De mogelijkheden lagen open. Helaas, niets van dat gebeurde naar behoren.
De bedenkelijke inplanting is niet het enige probleem waarmee De Koekuit te maken kreeg. De bedrijvenzone kende jarenlang een gebrek aan toezicht. De hele omgeving kreeg een verloederd uitzicht. Grensland werd ook de place to be voor allerhande duistere zaken. Dubieuze branden, zwendel, drugstraffiek, verdachte faillissementen, onderverhuur … de feuilletonreeks van The Sopranos werd naar de kroon gestoken. Bonafide bedrijven vertrokken.
Gelukkig is daar de jongste jaren – zeker naar uitzicht – enige verbetering in gekomen. Een (door de bedrijven betaalde) zonemanager probeert te bemiddelen tussen bewoners en bedrijven. Maar ook tussen de bedrijven zelf moet er soms stevig onderhandeld worden over overlast. Wie de ramen van zijn kantoren niet meer kan openzetten omdat het stof van de buurman binnenwaait, heeft een probleem.
De omwonenden vermoeden dat er slechts een soort ‘rookgordijn’ is opgetrokken. Dezelfde activiteiten vinden plaats, achter opgeknapte gevels en schoongeveegde straten. De klachten blijven. Er wordt geopperd dat de camera’s die toezicht houden op de toegangswegen beter een halve draai zouden krijgen; om toezicht te houden wat er in de bedrijven zelf gebeurt.
Nog steeds mogen in de buurt geen scharreleieren worden gegeten, omdat de grond is vergiftigd. Wekelijks krijgt de politie klachten over geluidsoverlast. Het aanhoudend gezoem van ventilatoren en afzuigkappen werkt de omwonenden op de zenuwen.
Werd deze uithoek vroeger stiefmoederlijk behandeld, de Vlaamse overheid vindt dat de excentrische ligging van Grensland en de lijdzame houding van de Menenaars unieke kansen biedt. In onze moderne wereld is afval een groot probleem geworden. Waar kan dat afval beter heen worden gebracht dan naar Grensland?
Grensland huisvest een unieke biogascentrale die niet alleen mest maar ook andere afval verwerkt (met schroothandelaar Galloo als partner). De omgeving stinkt maar met mate. Er is een grondverwerker gehuisvest. De omgeving vangt stof, maar met mate.
De echte toekomst van Grensland ligt evenwel in het verwerken van oude metalen en elektronisch materiaal. In oktober 2013 werd op Grensland de 1.500.000ste afgedankte wagen gerecycleerd. Minister Schauvliege zette de ontmanteling in gang met het verwijderen van de wielen. De zaken lopen intussen als een trein. De bedrijven op Grensland zijn marktleider geworden.
Werd voorheen 50% van alle in Vlaanderen binnengebrachte beeldschermen op Grensland gerecycleerd, vanaf 2019 is dat de volle 100%. Momenteel blijven de huishoudtoestellen op 50% steken. Maar het ambitieniveau ligt hoger.
Sedert april staat op Grensland het eerste centrum voor het afbreken van elektrische wagen.
Voor wie het allemaal te veel wordt, ziehier kort samengevat enkele gespreksonderwerpen over Grensland, die het gezelschapsleven in de buurt levendig houden:
Het stadsbestuur dat in 2019 aantrad zegt begrip te hebben voor de verzuchtingen van de burgers. In de nieuwste vergunningen heeft het al laten opnemen dat de meeste lawaaierige activiteiten niet zijn toegestaan tijdens de nacht en het weekeind.
Verder belooft het stadsbestuur dat elke vierkante meter grond die nog voor verharding wordt ingenomen, zal gecompenseerd worden met evenveel bijkomend groen. In de omgeving, niet in Limburg zoals dat hier de mode werd.
Dat veel beslissingen in verband met ruimtelijke ordering en het toestaan van vervuilende industrie niet horen tot de bevoegdheid van onze plaatelijke bestuurders, tempert dan weer de hoop.