In juli 2023 gaf de Raad van State groen licht voor een nieuwe vervuilende industriezone achter de Bloemenwijk, het zogenaamde ‘Menen West’. Lees hieronder over de heroïsche strijd die de buurt voerde tegen deze verdere aantasting van de woonkwaliteit. Een combine van bepaalde politici, bedrijfsleiders en grondbezitters (het Geld) haalde het nog maar een keer op de weldenkende gemeenschap. Lees hieronder de geschiedenis.
Wat men in andere gemeenten in Vlaanderen zelfs niet meer durft te overwegen, probeert men nog een keer in het afgelegen Menen. Al twintig jaar lang willen de Vlaamse overheid en de provinicie West-Vlaanderen een nieuwe vervuilende industriezone opzetten in Menen. Niet op een afgelegen plek. Neen, de zeventig hectaren voor bedrijven die elders weg moeten, worden voorzien – the best of all places – net achter de woningen in de Hogeweg en de Bloemenwijk. Precies in die buurt kochten de bewoners hun huis aan een maatschappij die landelijk wonen promootte. Het laatste stukje Menen waar men nog enig ruimtegevoel heeft, wordt door de plannenmakers bedreigd.
Het pad van de buurt is in deze zaak niet over rozen gegaan. Eerst werd het protest van de bezorgde omwonenden genegeerd. Het zou wel overwaaien. Daarna wilde men hun actie te minimaliseren. Ze waren niet meer dan een groepje malcontenten. Maar het protest bleef aanhouden.
Toen haalden de plannenmakers hun klassieke trucs uit de kast. Er werd gezwaaid met zogezegd onomstotelijke studies. Er was geen vuiltje aan de lucht. Dit was een unieke kans. De nieuwe industriezone zou de Stad een aardige duit opleveren, zegden grondmakelaars. De ligging kon niet beter. De zaak was al beklonken, de bedrijven stonden te drummen – zei men. De buurtbewoners hielden te veel van hun Stad en hun wijk om alles over hun kant te laten gaan.
De wijk verzamelde met acties en crowdfunding geld in om een goede advocaat onder de arm te nemen en legde zaak voor aan de Raad van State. De krachten achter de schermen begonnen zich nu wel echt zorgen te maken. Een Vlaams minister werd ingeschakeld om, ter elfder ure, beloftes op papier te zetten.
De Raad van State maakte korte metten met die zogenaamde verlichte politici, de hooggeleerde onderzoekers en de gewillige ambtenaren. Hun broddelwerk werd in met een krachtig arrest naar de prullenmand verwezen: het deugde niet.
Dat in de loop der jaren al behoorlijk met de grond in de omgeving was gemarchandeerd mag niemand verwonderen. Dat steeds weer de zelfde beperkte groep mensen profijt wilde halen uit de schade die anderen wordt berokkend, stoot veel wijkbewoners tegen de borst. Ook dat kan blijkbaar nog ongestraft in het verre Menen.
Ondertussen heeft de West-Vlaamse Intercommunale (WHI) zich zwaar aan de zaak verbrand. Landbouwers worden het leven zuur gemaakt. Geen enkele infrastructuurverbetering wordt toegelaten. Nieuwe investeringen worden hen onmogelijk gemaakt. Hoewel landbouwgrond schaars en stinkend duur is geworden, laten boeren hun bedrijven in de steek. Symbolisch laten de plannenmakers schuren en stallen afbreken. Zo hoopt men het verzet te ontmoedigen: doe geen moeite, alles is weer geklonken. Weer speelt zich een politiek af van het laagste niveau.
Volgens de wet moet de provinciale overheid het initiatief nemen om de nieuwe poging in gang te zetten, wat ze ook deed. Hieronder vind je de link naar de communicatie de provincie verspreidde. Vanzelfsprekend staat de achterkant van de Bloemenwijk weer als de beste der werelden aangeduid om de fabrieken in te planten.
https://www.west-vlaanderen.be/ruimtelijke-planning/rups/rup-regionaal-bedrijventerrein-menen-wervik
De aandachtige lezer zal opmerken dat er toch iets veranderd is bij het oorspronkelijke plan: in plaats van ‘Menen-West’ noemt het nieuwe industrieterrein nu ‘bedrijventerrein Menen-Wervik’.
De wijkraad Alerte Koekuit wil klaarheid brengen. Daarom werden de provinciale overheid en de planningsambtenaren uitgenodigd op een informatievergadering in het wijkcentrum. De aanwezigheid was massaal.
De boodschap die (ondertussen gepensioneerd) provinciaal gedeputeerde Franky De Block moest brengen was weinig hoopgevend maar toch eerlijk. ‘Vanzelfsprekend zal deze nieuwe bedrijvenzone overlast met zich brengen.’
De vertegenwoordiger van het studiebureau Sweko, dat het (door de overheid betaalde) milieuonderzoek uitvoerde, sprak van ‘een aanzienlijke negatieve impact‘. Deze zwaar belastende effecten kunnen enkel afdoende gemilderd worden met (sorry voor de geleerde uitdrukking) ‘een flankerend beleid’. Wat dat flankerend beleid is, wie dat ooit zal uitvoeren of betalen, op die vragen moest de deskundige het antwoord schuldig blijven.
Toen was het voor de deelnemers aan de infovergadering duidelijk. Alle mooie praatjes over ‘het zal allemaal niet zo erg zijn’ konden in de prullenbak. De vergadering groeide uit tot een eensgezind ‘njet’ tegen zij die de buurt kwaad willen doen.
Sedert wordt er door de plannenmakers niet meer gecommuniceerd met de burger. Voor de buurtbewoners is het bang afwachten. Ze weten dat er in stilte wordt verder getekend.
Op het verkiezingsdebat van Radio Jess voor de gemeenteraadsverkiezingen werden spandoeken uitgerold. Er wordt een gesprek met de nieuwe gedeputeerde gepland. Het Meense schepencollege (zeg: team 8930) beloofde dat het geen industriezone zal steunen, als deze niet door de bevolking wordt gedragen.
Het hele plan voor de nieuwe industriezone van zeventig hectaren is opgehangen aan een zijden draadje: de toekomst van een rond punt dat gelegen is op de kruising van de Ieperstraat en de N58 (Pecq-Armentiers). Alle bijkomende verkeer zal immers langs dat punt moeten passeren. Nu al staan er op de spitsuren lange files. Daarbij komt nog de bijkomende last die de nieuwe ambachtelijke zone van de site Tyber met zich zal brengen.
Verkeerslichten zullen de problemen oplossen, zeggen de plannenmakers. Daar waar ooit een gewezen burgemeester een kruispunt in de Kortrijkstraat liet ondertunnelen (voor een gelijkaardige verkeersstroom), gaat de volgende generatie plannenmakers enkele kilometers verder de klok weer achteruit draaien.
Nu al kent de binnenstad overlast door wagens en vrachtwagens die sluipwegen gebruiken om de bottleneck in de Ieperstraat te ontwijken.
Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 traden in de steden Menen en Wervik nieuwe coalities aan. Ze zijn er zich ervan bewust dat de streek meer nood heeft aan groen dan aan vervuilende bedrijven. Voorschrijdend inzicht wordt dat genoemd. Achter de Bloemenwijk liggen 70 ha potentiële bosgrond klaar. Met dank aan de mislukte betonboeren.