Op bezoek bij de provincieraad
- door : V.M.
- Categorie : Menen West
Allereerst dit: vorig donderdag was het grote nieuws in de media niet de provincieraad maar de verkiezing van de pladijs tot Vis van het Jaar. Hij is superlekker en goedkoop. Een minister kwam dat bevestigen. Lang leve de pladijs!
Tot zover het echte nieuws van vorige donderdag. Dat er die dag voor de aanvang van de provincieraad tientallen mensen protesteerden tegen een asbest verwerkend bedrijf in Harelbeke – gelegen op enkele honderden meters van woongebied, weliswaar op een industriezone – daarvoor kwam geen minister opdraven. Nochtans doen zich daar schrijnende toestanden voor. Vervuilende bedrijven in de nabijheid van huizen, is dat ook niet onze zaak? Misschien staat de Bloemenwijk binnen enkele jaren ook in witte pakjes voor het provinciehuis. Vandaar dat we even plaats ruimden voor die actie.
Maar goed, nu ter zake. De wijkraad Alerte Koekuit had een delegatie uitgestuurd naar de provincieraad om er de stemming over het voorlopig ontwerp Menen West te volgen. Onze delegatie wist niets af van wat er aan de hand was bij de ingang van het provinciehuis. Aanvankelijk – we moeten er niet om liegen – dachten onze afgevaardigden dat het weer een van de doortastende maatregelen van gouverneur Decaluwé was om de corona te bestrijden. (Niemand binnen zonder dubbele ontsmetting en een verplicht virusvrij kostuum.) Want vindt onze gouverneur niet dat gezondheid voor alles gaat? Dat herhaalde hij en bleef hij herhalen in de korte tijd dat hij een acte de présence gaf op de provincieraad. Wij namen hiervan akte.
Het verkenningsteam van de Alerte Koekuit moest in Brugge niet enkel de stemming volgen, het was ook hun opdracht om deze vergadering grondig te screenen. Al vijfhonderd jaar voor Christus schreef de beroemde Chinese strateeg Sun Tzu dat wie zijn tegenstander kent nog geen honderd veldslagen hoeft te vrezen.
“Dank u van harte voor uw vraag”
De eerste indruk, zo melden onze observatoren, was bedrieglijk. Ze moesten zowaar denken aan een Franse filosoof, de welbespraakte intellectueel Voltaire, voortrekker van de verlichting: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.‘ Hoffelijkheid en wederzijds respect voor elkaars mening à volonté. ‘Dank u voor uw vraag… ‘, ‘Dank u voor uw duidelijk antwoord…’, ‘U weet dat ik u graag zie… ‘, enz… enz…
Maar helaas, in tegenstelling met Voltaire bestond dit gezelschap niet uit eloquente, heldere en verlichte geesten. Daardoor kreeg deze bijeenkomst langsommeer het karakter van een familiereünie op Nieuwjaar, waar niet kan uitgesproken worden wat men zo graag wil zeggen. Bijgevolg schiet men dan maar geniepige oneliners af en worden er cryptische inside jokes gemaakt. Wie voorzichtig naar de behapbare cijfers durfde te vragen, kreeg de bemerking dat het niet goed voor de ogen is te veel op de computer te kijken. En welke ezel (dit woord werd vanzelfsprekend niet luidop uitgesproken, enkel gedacht), kent niet het verschil tussen het Fietsoverleg en de Fietsersbond?
De Nieuwjaarsreceptie-sfeer was compleet met de beginnend dementerende nonkel die af en toe moest worden stilgelegd en het aangebrande grapje waarop – bij gebrek aan beter – minutenlang besmuikt gegniffeld werd.
Het grapje: Toen werd ingegaan op de pijnlijk lege hotelkamers in Brugge, als gevolg van de coronapandemie, had deputé Sabien Lahaye-Battheu dé oplossing bij de hand. ‘Als we nu allemaal eens vreemd gaan’, stelde ze voor. We laten hierbij niet onvermeld dat de betreffende deputé al in merkwaardige omstandigheden werd gespot in gezelschap van de Menense burgemeester. (Zie het bericht van 28 juni op deze website.) Dit keer droeg Sabien een lichtroze mantelpakje met decente v-hals.
nnnn
oooo
Voor de volledigheid moeten we nog de imponerende aanwezigheid van een bijzondere manspersoon vermelden. De godfather. Het valt niet uit te sluiten dat hij van koninklijk bloed is, want hij toonde merkwaardige fysische gelijkenissen met prins Laurent en hij had ook hetzelfde accent.
Het is een man die met een eigen idioom het ijzer niet smeedt als het heet is, maar als het nog warm is. Hij werd met nog meer voorkomendheid aangesproken dan de rest van het gezelschap. Aan de receptie van het Provinciehuis vernamen we dat hij een échte baron is: Jean Baptiste Emmanuel Félix Pierre Marie de Bethune.
Als er een vraag werd gesteld, antwoordde hij met woorden als “implementeren” en “evalueren” en “glijdende schalen”. Er werd dan eerbiedig en begripvol geknikt. Deze prins van de politiek haalde ook geleerde studies aan. Voor mannen als hij gelden de wijze woorden van collega-baron Mervyn King, gewezen gouverneur van de Bank of England: ‘Ik weet echt niet waarom we economische voorspellingen ernstig nemen’.
Maar wat hebben wij nu echt geleerd?
Ja, wij investeerden niet in die expeditie naar Brugge om enkele losse impressies te krijgen. Leerden we iets dat wel van belang is voor Menen West? Zeker.
Een: dit beperkte gezelschap heeft een vast gedacht over de dingen. Dat noemen ze daar ‘gezond verstand’. Argumenten worden niet gebruikt om tot besluiten te komen, maar worden achteraf ondergeschoven om het eigen gelijk te bewijzen. Soms wordt eenzelfde motivatie binnen enkele minuten gehanteerd om het tegendeel te verdedigen. In de mode was ‘de Brexit’ (al naargelang nodig een bedreiging of een opportuniteit). Verder waren daar de wisselvalligheden rond gezondheid en corona (strenge quarantaine voor de studenten of vreemd gaan in Brugge), de open ruimte, de beschikbare arbeidskrachten (met VDAB over de vloer schrapen om volk te vinden, maar anderzijds nog meer lege arbeidsplaatsen scheppen – want daar daagde het gevaar van de Brexit weer op), samenwerken met defensie evenwel op een vredelievende manier… Als het maar profijtig is. Het mag duidelijk zijn dat in een dergelijke omgeving argumenten tegen Menen West aanreiken zinloos is, zelfs al zijn ze slaand. Hier moeten we het roer omgooien.
Twee: hierbij aansluitend. We ontwaarden een minderwaardigheidscomplex in deze vergadering. Dit bestuursniveau dat kreunt onder oubolligheid wordt op vele plaatsen voorbij gestoken door dynamische organisaties. (Zo werd – met enige afgunst – het elan binnen de Vereniging voor Steden en Gemeenten genoemd.) En waar de Provincie zich wil manifesteren, zo hoorden we, wordt ze vaak als als het vijfde krammikige wiel aan de wagen beschouwd. Inderdaad ontbreekt het dit bestuursniveau in West-Vlaanderen aan aansluiting bij ‘de vaart der volkeren’. Weerom omwille van de ouderwetse in de klei gebakken koppigheid die gezond verstand wordt genoemd. Voor de Menenaars op leeftijd is dit de oude gordijnenwinkel van het gekende huis Van Ginneke uit de Rijselstraat.
Drie: Terecht stelde provincieraadslid Willems dat de wijkraad Alerte Koekuit ‘alive and kicking’ is. Maar ook hier bleven de onderhuidse prikken niet uit. De wijkraad mocht het succes proeven toen de Raad van State het vorige plan vernietigde, zo werd gesteld. ‘Misschien willen ze op dat elan verder gaan?’ Succes werkt immers verslavend.
We willen hierop antwoorden dat de wijkraad Alerte Koekuit niet functioneert als een politieke partij. Het nieuwe voorstel voor deze vervuilende industriezone wordt aan de buurt voorgelegd, met beperkte middelen en objectieve informatie. Niet via een dure publiciteitscampagne opgezet door de PR-dienst van de Provincie. (‘Geen rechter en partij zijn tegelijk’, was trouwens een argument dat in de raad werd aangehaald – wanneer het in het kraam paste.)
Tavernier versus Vanryckeghem
Deze website doet niet aan partijpolitiek. Toch willen we een pluim geven aan provincieraadslid Maarten Tavernier die het aandurfde in deze verraderlijke slangenkuil de bedreigde gezondheid van de (jonge) Menenaars aan te raken. Hij werd tot de orde geroepen, niet over de inhoud van zijn tussenkomst, wel omdat hij een te sterk woord in de mond had genomen. Helemaal in de stijl van het huis, verontschuldigde de heer Tavernier zich voor de foute woordkeuze. Hij moet nog leren dat etiquetteregels worden (mis/ge)bruikt om machtsverhoudingen uit het ancien régime in stand te houden.
Van een heel andere orde was de tussenkomst van Martine Vanryckeghem, nochtans iemand die officieel uit Menen komt (maar bij navraag aan receptie van het provinciehuis feitelijk van het nederige Rekkem is.)
Voor haar mag Menen West er morgen al komen. Dat het stinkt en lawaai maakt zal haar geen zorg wezen. Dat begrepen we toch uit haar tussenkomst. Eigenlijk was dat een vergissing. Martine had gedacht dat op vijftig kilometer van Menen, niemand zou horen hoe zij en haar club werkelijk over de dingen denken. Nog maar eens een deuk in het vertrouwen. Als goede partijsoldaat voorspellen we haar een schitterende toekomst.
;;;;;mmmmm;
Besluit
De provincieraad stemde in met de voorlopige vaststelling van het ontwerp-PRUP Menen-West. Zoals baron de Bethune het zou uitdrukken wordt het ijzer gesmeed terwijl het nog warm is: het openbaar onderzoek is al voorzien tussen 12 oktober en 11 december 2020.
Misschien denkt u dat sommige provincieraadsleden boos zullen zijn over het rapport dat wij hen gaven. We kunnen de bezorgde lezer geruststellen. Een andere kwaliteit van deze vertegenwoordigers van het Volk – zo leerden wij op de zitting – is dat zij de dingen die niet in hun denken passen ontkennen. Voor hen zal dit verslag niet bestaan. De Chinese en de West-Vlaamse bestuurders hebben inderdaad veel met elkaar gemeen.