De afvalverwerker Galloo op de vervuilende industriezone Grensland kreeg vorige maand van de provinciale deputatie een bijkomende omgevingsvergunning. Op het eerste zicht verandert er weinig. Een kantoorgebouw wordt met een verdieping opgetrokken en een waterbehandelingsinstallatie wordt overkapt. Niets om zich druk over te maken. Er was zelfs geen openbaar onderzoek nodig.
Het grote plaatje waarin deze zoveelste wijziging past, oogt minder fraai. De nieuwe vergunning is nog maar eens een schijfje in de salamipolitiek die dit bedrijf voert. Haast geruisloos zet men kleine stapjes op de grote weg voorwaarts. (Hoewel geruisloos in het geval Galloo een slecht gekozen woord is.) Het einddoel dat op kousenvoeten wordt genaderd, is een monopolie in de afvalverwerking.
“Bijna apocalyptisch. Zo kan je de afvalbergen bij Galloo in Menen het best omschrijven. Autowrakken, afgedankte stofzuigers, aluminium buizen en rails, roestende wasmachines, beeldbuizen, radio’s en gietijzeren radiatoren.” We citeren het weekblad Trends.
Elk minutieus doordacht stapje in de richting van de grote Apocalyps wordt aan de burger voorgesteld als een verbetering. We lezen in de nieuwe vergunning: “Het binnen plaatsen van een gedeelte van de LTRB-installatie zal een beperkt positief effect hebben op het geluid.” Hoera! Maar wie de kleine lettertjes doorneemt, stelt evenwel vast dat de nieuwe waterbehandeling een jaarlijks meerverbruik van 7,29 terra-joule met zich zal brengen. (Voor de freaks: de omrekening naar MWh in de vergunning –“jaarverbruik van 810 MWh”– klopt naar onze mening niet.) We leiden daaruit af dat het jaarverbruik van de nieuw geplaatste machinerieën honderden keren hoger zal liggen dan wat van een gewoon huisgezin nodig heeft. De demping zal zo te zien meer dan nodig zijn.
De schrootverwerkingsinstallatie wordt uitgebreid. De compressoren en de airco’s worden gewijzigd. “De kabellijn wordt vervangen door een Steinertlijn.”
In het bijgaande verslag van de deskundige lezen we: “Uit de geluidstudies van de voorgaande aanvraag is reeds gebleken dat er voldaan KON worden aan de geluidsnormen.” Maar wie hieruit hoop put, moeten we teleurstellen: er worden enkel voorwaarden opgelegd “die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten.” Het blijft een open vraag hoeveel mensen in de buurt al niet slapen met oordopjes in of van slaapkamer veranderden of bijkomende isolatie aanbrachten om aan de geluidsoverlast te ontsnappen.
“Het betreft een industriegebied, wat per definitie een bufferzone omvat”, zo verkondigt de deputatie nu al jarenlang in elke nieuwe vergunningen voor Galloo. Deze definitie gaat niet op voor de vervuilende industriezone Grensland. Ze kan enkel de boosheid bij de omwonenden aanwakkeren: er is geen bufferzone. Verder wordt de afvalverwerker in de vergunning wel zeer eufemistisch omschreven als een “non-ferro-metaalbedrijf”. Kent u het verschil tussen een brasserie en een bordeel?
Vijftien jaar geleden werd Galloo aangeduid als dé grote boosdoener op het vlak van dioxinevervuiling in Menen. Deze uitkomst kwam er nadat het onderzoek jarenlang werd gesaboteerd.
Geconfronteerd met dat gegeven antwoordde zaakvoerder Vandeputte toen laconiek: “producten die bij ons en bij collega’s binnenkomen, moeten blijkbaar pcb’s bevatten.” … Dat volstond om de verantwoordelijkheid voor de milieuschade te ontlopen. Waar is al die dioxine heen nu de opslag en verwerkingsvolumes haast verdubbelden? Mogen we echt weer eieren van scharrelkippen in onze tuin eten? (Tot op heden is dat afgeraden omwille van die dioxine-uitstoot.) Kim Jung-Un wordt vaker in het openbaar gezien, dan de rapporten over de blijvende schade die Galloo veroorzaakte in de Stad.
Goed werk onder de prijs laten uitvoeren door kwetsbare mensen is onethisch en houdt armoede in stand. Bij een recent bezoek van minister voor Subsidies Hilde Crevits aan Galloo en de annexe maatwerkplaats ‘t Veer fietste ze handig rond de feiten: “Galloo zorgt voor een gezonde wisselwerking tussen de sociale en de reguliere economie.” De familie Vandeputte staat momenteel op de 139ste plaats van de rijkste Belgen. De tijd van Adolf Daens (u kent hem van de musical of de film, een enkeling misschien van het boek of uit de geschiedenisles) is weergekeerd in deze stad. Menen snakt naar politieke en sociale hervormingen, weg van deze Napolitaans toestanden.
Het afvalprobleem valt niet licht op te lossen. Wie nog een bewijs zocht voor de stelling dat deze stad, de provincie en Vlaanderen niet meer worden gerund door democratisch verkozen politici, maar door ondernemers die de overheid in de tang hebben, moet niet ver meer zoeken. Het aplomb waarmee Galloo de middenvinger opsteekt naar de burgers, geeft stof tot nadenken. Nochtans staat de Stad sterk: nooit kan dit bedrijf elders aan de slag.
(Met dank aan de stedelijke ambtenaar van de dienst omgeving, voor de deskundige toelichting.)