Menen West: over de nieuwe Zonnekoningen en hun miraculeuze maquette
- door : V.M.
- Categorie : Menen West
Toen Lodewijk de veertiende (Louisquatorze voor de vrienden) Menen onder de voet liep, wilde hij de stad verbouwen tot een versterkte vesting. Van zijn wensdroom liet zijne majesteit een maquette maken. Die maquette – ze heet officieel ‘plan relief de Menin’ – is te bezichtigen in het het Museum voor Schone Kunsten te Rijsel.
Het plan is een meesterwerkje. Men kan er zelfs het voorziene aantal bomen op tellen. De kazernegebouwen staan netjes gerangschikt in een hoek. Alleen staat in het schaalmodel geen enkele mens afgebeeld. Dat Menen in feite een bewoonde stad was, beschouwden de strategen als een noodzakelijk kwaad. ‘s Lands belang ging voor. Vanzelfsprekend was de maquette een militair geheim.
De geschiedenis herhaalt zich. Zijn de sabelslepers niet meer aan de macht, dan is ‘economische groei’ in de plaats gekomen. Zelfs al groeit die groei, net als de megalomane bolwerken van Lodewijk de veertiende, uit haar voegen. Dit keer is het niet vestingbouwer Vauban, maar een Rotterdams studiebureau met de laconieke naam OTO (ook wel O+O gespeld) dat de maquettes voor onze contreien maakt.
Vanzelfsprekend staat O+O niet in dienst van de Lodewijk XIX. De nieuwe Zonnekoningen treffen we niet aan de spiegelzaal van het paleis van Versailles. Ze huizen in kantoren in het verre Brugge. Van daaruit brengen ze met het knip- en plakwerk aangeleverd door O+O hun plannen aan de man. De ontmanteling van het park van Dadizele, bijvoorbeeld. Of het volbouwen van het kazernecomplex in Sijsele. We vernemen ook dat O+O betrokken was bij de herinrichting van het Park ter Walle in Menen. Soms moet O+O ook het vuile werk opknappen. Verkoopbaar maken wat niet te verkopen is. Het bureau kreeg de opdracht om een schaalmodel van de geplande vervuilende industriezone Menen West in elkaar te knutselen. Vanzelfsprekend zonder storende bewoners erop. En ook deze maquette werd staatsgeheim. Ze is enkel bestemd voor de ogen van uitverkoren ingewijden. l’ Histoire se répète.
Het hele geval met fabriekjes, huisjes, boompjes, vijvertjes en dies meer werd, voorzichtig en gelukkig zonder al teveel schade, vervoerd naar het stadhuis in Menen waar het achter slot en grendel werd gezet. Op 3, 4 en 5 februari organiseerde de Provincie er rond dit meesterwerkje een ‘ontwerpoefening’. Drie dagen lang boog een heel legertje ontwerpers van de Provincie, Menen, Wervik, de WVI en O+O zich over de verzuchtingen van de buurt die geen nieuwe vervuilende industriezone wil. (De Vlaamse bouwmeester die het hele project als ‘not done’ afdoet, werd niet uitgenodigd. Hij kon enkel de pret bederven. Zonnekoningen dulden geen tegenspraak.)
Mirakel
Op woensdagavond 5 februari 2020 stipt om 17 uur deed zich dan het grote mirakel voor, dat voor eeuwig en altijd het stadhuis van Menen een bedevaartsoord voor wanhopige ruimtelijke planners zal maken. Een zorgvuldig uitgekozen groepje burgers mocht dit wonder meemaken.
Er was aangekondigd dat, aan de hand van ‘een maquette’, het geleverde werk van de driedaagse denkgroep zou worden voorgesteld. EN WAARLIJK, STEL U VOOR: DE MAQUETTE DIE OP VOORHAND WAS GEMAAKT, KWAM PERFECT OVEREEN MET HET DRIEDAAGSE DENKWERK VAN DE WERKGROEP. Hoe was dit in hemelsnaam mogelijk? Beschikte het Nederlandse O+O over het derde oog? Hoe konden ze weten wat de conclusies van het denkwerk zouden worden? Echt, hier kwam geen trucage aan te pas. Er was geen goochelaar die achter de schermen de boompjes, fabrieksgebouwen en de huizen verzette al naar gelang de gesprekken vorderden. Voor de ongelovige thomassen herhalen we letterlijk de zin uit de mail van het oprechte schrijven van de Provincie aan de selecte groep genodigden. “Woensdag sluiten we de ontwerpoefening af om 17 uur. Dit doen we met een presentatie van het geleverde werk d.m.v. een maquette.” De mail dateert van 31 januari 2020.
De verwarring onder de aanwezigen in het stadhuis die dit bovennatuurlijk verschijnsel mochten aanschouwen, was groot. Zij die het hoofd koel hielden, grepen hun telefoon en maakten foto’s van de wonderbaarlijke maquette. Om een mirakel erkend te krijgen is nu eenmaal bewijsmateriaal nodig. Getuigen verklaren dat het vooral vertegenwoordigers van bedrijfsleiders met een stuk grond op Menen West waren, die het gretigst foto’s namen . Een aanwezige schepen probeerde het kieken te verhinderen – het staatsgeheim moet u weten – maar het kwaad was al geschied.
De gladde Nederlanders van O+O probeerden de situatie recht te trekken en betoogden dat ze tijdens hun knip- en plaksessies wel degelijk het licht hadden gezien. Ze hadden de behoeften van de Menenaars aangevoeld. Ze wisten wat de mensen wilden: hier en daar een beetje meer buffer, en de smerigste bedrijven niet te dicht bij de Bloemenwijk. (Alsof de planners daar vat op hebben.) Belegen kaas en verslenste tulpen. Geen woord over de massale negatieve impact op de wijk en wat eraan te doen. “Moest het in Nederland zijn, dan waren ze al lang buiten gezwierd,” mompelde een genodigde die in God noch gebod, en dus ook niet in mirakels gelooft. Voor hem was dit de zoveelste farce die de belastingbetaler weer veel geld zal kosten.
Dames en heren, wat nu volgt zult u zelfs niet in onze geliefde Krant van West-Vlaanderen (voorheen De Weekbode) vinden. Dankzij onze goede relaties met het VOKA (de werkgeversorganisatie) en ons lidmaatschap op de WhatsApp groep ‘fijn stof maakt dom’, kunnen we u exclusief de voorgekauwde wensdromen van de nieuwe Zonnekoningen verklappen. Zie hieronder het nieuwe ‘plan relief de Menin’ . Zonder mensen erop. Die zijn zoals bekend alleen hinderlijk voor de hogere belangen.
De vraag stelt zich in welk museum u de maquette binnen enkele jaren kunt bewonderen. Het onderbroekenmuseum te Brussel lijkt ons geschikt. Dit is ook een stinkend zaakje.