Nu de derde windmolen op enige honderden meters van de woningen in de Lageweg en de wijk Betlehem er haast onvermijdelijk lijkt aan te komen, is het tijd om ons mentaal te wapenen tegen dit onheil. Informatie brengt rust. Via ons contactformulier bereiken ons regelmatig vragen van bezorgde lezers. Sommige van die vragen zijn van algemeen belang, en daarom willen we ook onze brede lezersschare laten de delen in de antwoorden.
De heer G.C. uit M. vraagt ons: beste Alerte Koekuit, waarom zijn die twee windmolens op de industriezone Grensland zo onregelmatig. Ik krijg er geen rechterkant aan. Onafhankelijk van het weer wentelen hun wieken soms maar een uurtje op een dag, soms doen ze dat een halve dag of meer, soms tijdens de week, soms in het weekeind. Weet u hoe dat komt?
Beste meneer G.C. uit M, in de eerste plaats is een windmolen een gesubsidieerd beleggingsproduct. De een koopt kasbons, de ander een windmolen. De Vlaamse overheid garandeert op vandaag een rendement op het geïnvesteerd eigen kapitaal van 7,5 procent. (Gezien de rentecrisis wordt dat volgend jaar teruggebracht naar 6,5 procent.) Dat rendement is ongeveer dertig keer zo hoog als wat u en ik op ons spaarboekje krijgen.
Met enige handigheid verhuurt een goede exploitant zijn eigen grond aan zijn eigen windmolenfirma. Naar schatting (volgens de directeur van de organisatie die zich inzet voor de windmolenbouwers in een kwaliteitskrant), levert hem dat jaarlijks tussen de 20.000 € en de 30.000 € op. Als er dan nog af en toe iets kan bijverdiend worden door elektriciteit te produceren en te verkopen is dat aardig meegenomen.
Teveel produceren is zelfs af te raden. Het verhoogt de slijtage en de onderhoudskosten. Overigens dalen de stroomprijzen als het een beetje waait en dan moeten de leveranciers soms geld betalen om hun stroom op het net te zetten. Het argument dat de windmolens energie leveren voor duizenden gezinnen, moet eerder symbolisch worden opgevat. Moesten onze gezinnen echt van de windmolens op Grensland afhankelijk zijn, dan hadden ze al vele keren in het donker gezeten.
Mevrouw M. VdP. uit Menen: beste Alerte Koekuit. Nu die derde windmolen op Grensland staat aan te komen, belooft men op de drie molens toestellen aan te brengen om de lawaaioverlast te verlagen. Bestaan er wel zulke apparaten en helpen ze echt? Of worden we nog maar een keer met een kluitje in het riet gestuurd?
Beste mevrouw M. VdP. uit Menen. In juni van dit jaar vond in Lisabon het achtste internationale congres over windmolenlawaai plaats. Als er geen probleem was, dan hoefden ze daar niet samen te komen. Exclusief voor onze volgers konden we ene professor X van de universiteit Y hierover enkele vragen stellen. (U zult begrijpen dat X en Y schuilletters zijn, de geleerde wou niet met zijn naam in de publiciteit komen. Hij verdient zijn boterham met werken voor windmakers.)
X: “Het mag duidelijk zijn dat degene die de techniek op punt stelt waarmee windturbines zonder storend lawaai werken van de ene op de andere dag steenrijk is. Voorlopig is dat dus nog niet het geval.
Vermoedelijk belooft men op de wieken van de drie turbines in Menen de zogenaamde kartelingen aan te brengen, die men in het jargon ‘serrations’ heet. Of dat zal helpen? Kijk, het lawaai van windtubines wordt veroorzaakt door twee grote factoren: enerzijds heb je de mechaniek. Dat zijn de tandwieltjes enzovoort: die maken een laag en monotoon geluid. Zenuwslopend, maar minder ver te horen. Het grootste laweit maakt de wind in de wieken – het aerodynamische effect. Dat lawaai wordt veroorzaakt door een zestal verschillende onderfactoren. Die serrations zijn dus zeker niet zaligmakend. In experimentele omstandigheden (dus niet in de praktijk doorheen het jaar en over verschillende weersomstandigheden getest) bleken de kartelingen bij lage geluidsfrequenties de ruis met ongeveer 3,2 dB A te verminderen. Bij hogere frequenties is de geluidsproductie van de kartelingen echter hoger dan bij het gewone basislijnblad. U zult dus een ander geluid horen. Eigenlijk zijn er op vandaag maar twee manieren om een turbine minder lawaaierig te maken: hem trager laten draaien of de wieken plat leggen. Maar dan is de turbine niet rendabel.”
Beste mevrouw M. VdP. uit M. We hebben voor u gezocht naar plaatsen in Vlaanderen waar een windmolen staat met die zogenaamde serrations. We wilden de omwonenden ondervragen over de geluidsoverlast. Maar niemand weet blijkbaar zo’n exemplaar staan. Niet de politici die voor ons moeten opkomen, zelfs niet de personen die voor de burgers in de officiële vergaderingen de zaak moesten onderhandelen. De keizer heeft weer een keer geen kleren aan.