Sorry, sorry, sorry. Dit wordt weer een lastig verhaal. Een bericht met twee totaal verschillende inleidingen, wie doet beter?
Eerste inleiding
Wij zijn fervente lezers van De Weekbode. Ze zullen het niet graag horen, daar in hun drukkerij in Roeselare, maar met één abonnement bedienen we de hele familie. Dat zuinige systeem heeft één nadeel: doordat wij de laatste in de rij komen, krijgen we het nieuws van Menen en ommeland met enige weken vertraging.
De Weekbode is sinds enige tijd veranderd van uitzicht. Op de eerste bladzijden staat nu de berichtgeving over Kortrijk. Boze tongen beweren dat er sindsdien ‘niet veel meer’ over Menen in De Weekbode staat. Dat kunnen wij pertinent tegenspreken. Misschien lezen we minder actualiteit maar in de plaats worden wij vergast op diepgravende interviews. Misschien leest u volgende week wel hoe of andere een prins karnaval aan de tand wordt gevoeld over de prijs van de nieuwe patatjes. De correspondent zal dan zoals gewoonlijk tot op het bot gaan.
Tweede inleiding
Over politiek (maar leest u toch alstublieft verder).
Toen het nieuwe schepencollege begin dit jaar aantrad, wilde het in contact komen met alle geledingen van de bevolking. Ook de wijkraad Alerte Koekuit werd ontvangen. De wijkraad voelde zich verguld. En wat er gezegd werd maakte iedereen nog gelukkiger. Er zou geen nieuwe industriezone komen zonder dat ze gedragen werd door de bevolking. En voor elke hectare grond die werd ingepalmd, zou een hectare bijkomend groen worden voorzien.
Om dit goede nieuws te vieren, trok de delegatie van de wijkraad bij het buitenkomen naar een welgekend café op de Grote Markt en plaatste er verschillende grote bestellingen. Als het schepencollege alle Menense verenigingen heeft ontvangen en als die allemaal na afloop op de Markt zijn gaan vieren, dan is dit nieuwe bestuur al geslaagd in een belangrijk opzet: de lokale economie een boost geven.
En nu het echte verhaal.
In De Weekbode lazen we recent niet het doorwrochte gedachtengoed van een of andere karnavalprins over de nieuwe patatjes. Neen, de gekende volksfiguur Fré Vandamme liet zijn ondergewaardeerde licht schijnen over Menen West. Laaggeschoolden hebben nood aan een vervuilende industriezone en niet aan proper werk, zoals in dienstverlenende bedrijven, oreerde de Fré, niet gehinderd door enige kennis van zaken.
Dat Menen met steeds lagere wordende woonkwaliteit, steeds lager wordende huizenprijzen, krimpende inkomstenbelastingen en met verlies van dienstverlening kampt, is hem ontgaan. Ontgaan is hem ook dat het aanbod van elementair dienstwerk in grootkeukens, logistiek en onderhoud in de dienstensector de redding is van veel mensen die moeite hebben om zich aan te passen. De plaatselijke maatwerkplaats is de grootste werkgever in de stad. Wil de Fré van Menen echt een achtergesteld ghetto maken?
Maar goed. Er wordt ook niet gemord als prins karnaval in onze geliefde Weekbode merkwaardige denkbeelden over de prijs van de nieuwe patatjes verkoopt. Erger zijn de uitspraken van schepen Virginie Breyne. Die belofte van een hectare groen voor elke hectare industrie moet men niet al te serieus opvatten, verklaart ze volgens ons favoriete weekblad. ‘Het heeft vooral een symbolische waarde… ‘
Als een politica van dertien in een dozijn goochelt ze (volgens De Weekbode) met woorden als ‘economisch realistisch’ en ‘evenwichten’. Hopelijk heeft de correspondent wat controverse opgezocht om toch nog wat lezenswaardig nieuws te brengen uit het verarmende Menen. Hopelijk blijft dit schepencollege van zijn woord.
Tot slot een citaat:
‘Hij had genoeg van de nietsontziende geldzucht en de nonsensisale argumenten die gebruikt worden om goed te praten wat niet kan worden goedgepraat. Hij was razend op de managers die alleen nog kunnen focussen op kosten, winsten en op economisch succes. Hij had genoeg van het discours dat overloopt van het jargon en economische concepten.’ (Jan Rosier, hoogleraar management.)
Fré en Virginie, eat that.