‘We moeten eens wat doen voor die brave mensen in de Charles Cappellestraat.’ Dat zal ergens een plichtsbewuste persoon in het stadhuis of op het politiecommissariaat hebben gedacht. ‘Weet je wat? We halen onze grote plakkaten van ‘maximum 50, groot genoeg?’ uit het magazijn. En we gaan ze daar langs de wei plaatsen in de grote vakantie. Anders staan ze toch maar te roesten.’
Dat die actie niet in verhouding staat tot de hoop en de verwachtingen van de buurtbewoners mocht al gauw blijken. Was hen geen fietsstraat beloofd met een maximale snelheid van 30 kilometer per uur? En het wissen van de straat uit de GPS, om minder verloren gereden vrachtwagens te moeten slikken? Zijn die platen geen uitnodiging om toch maar de snelheid van 50 kilometer aan te houden in deze kronkelige engte, vroeg een slimmerik.
De wijkagent werd hierover geïnterpelleerd maar hij was niet op de hoogte van het initiatief. Sommige argeloze buurtbewoners denken zelfs dat de borden er staan om wegenwerk aan te kondigen.
Tja, zullen ze op het stadhuis of op het commissariaat gezegd hebben, alle begin is moeilijk. We doen wat we kunnen. Baat het niet, het schaadt niet.
Een boodschap hebben ze de mannen van de stedelijke Technische Dienst nog meegegeven: plaats die plakkaten zeer zeker niet met teveel zorg. Liefst met een stel gebroken betonblokken. We moeten ze daar niet te veel in de watten leggen. We zijn hier in Menen.