Het fiasco van de plannenmakers … of falend ondernemerschap?

handel en nijverheid

In 2012 werd het textielbedrijf Tyberghein in de Ieperstraat ontbonden als gevolg van zware financiële problemen. Met veel show werd het al jarenlang zieltogend bedrijf toen nog eens in de kijker gezet. De baas ‘meneer Leon’, met domicilie in Zwitserland, mocht op het podium zijn verhaal komen doen. Over hoezeer het hem speet. Het hele spektakel kreeg een onaangenaam staartje toen koffers met decorstukken uit de onbewaakte fabriekshallen werden ontvreemd.

De gerechtelijke uitverkoop werd gehouden in het Wijkcentrum van de Koekuit. Daar kon menig gewezen werknemer voor een zacht prijsje het materiaal kopen waarmee hij zich in betere tijden onledig hield. Voor het zeven hectaren groot terrein met de fabrieksgebouwen, die toen al een stadskanker waren, maakte men grote plannen. Verbetering: zeg niet ‘grote’, maar ‘grootse plannen’. Er zou een grensverleggende combinatie van bedrijven, handelszaken, woningen en groen verrijzen.

Het futuristische kooppaleis staat leeg

Planners, architecten en immobiliënkoningen beloofden hun beste beentje voor te zetten, het beste te geven van wat ze op school hadden geleerd. Wat dat zou worden bleef een mysterie.

Af en toe werd een ballonnetje opgelaten: er zou een dierenzaak komen, of misschien wel een grote kledingzaak, of misschien een schoenenwinkel, of misschien wel een heus trampolinepark. Wat de buurt tussen al die ‘misschienen’ zag gebeuren, was de aanleg van een enorm parkeerterrein. Koning auto zou er keizer worden. Over de gebouwen zelf schreven we al in onze post van 10 april 2021 dat de voorkant er eerder uitzag als een ‘stadhuis à la Fernand Huts’ dan als een toekomstig winkelcentrum of ontspanningsoord. Het was schoon aan de voorkant, maar het bleef leeg.

In onze post van 23 april 2020 schreven we dat de achterkant van de gebouwen toch niet zo’n prettig gevoel gaf. De buurtbewoners kijken er op een weinig geïnspireerde zwarte gesloten gevel. Laat nu precies die godverloren achterkant de plaats zijn waar enkele KMO’s proberen er het beste van te maken. Ze zullen daar zeker niet in het oog vallen. Aanwezigheidspubliciteit: nul.

Een lelijke zwarte muur aan de achterkant, voor de gevels van de villa’s in de Kardinaal Cardijnlaan.

En dan, tromgeroffel en bazuingeschal, kwam er een Delhaize 7/7 op het gelijkvloers van het lege kooppaleis; ondernemers die de ‘misschienen’ en de luchtspiegelingen hadden geloofd – op enkele honderden meters van de echt grote warenhuizen, ver weg achter de enorme lege parking. Jammer voor die moedige mensen, ze hebben het daar geen jaar volgehouden. (Het is een briljant idee van de planners om alle warenhuizen bij elkaar te zetten.)

Kent u het principe van het olifantenpad? Mensen zoeken hun eigen weg, tegen alle officiële plannen en richtlijnen in. Niet het papier maar het Volk stippelt uiteindelijk de baan uit. En dat Volk gaf een eigen ruimtelijke invulling aan de wereldvreemde ‘Tybersite’. Elke zaterdagmorgen wordt er nu een rommelmarkt gehouden voor de majestueuze leegstaande kooptempel. Tot spijt van de Delhaize 7/7 zien we daar wel volk op afkomen.

Nijverheid en nering voor het lege kooppaleis

We hebben het voor u nagekeken: noch in het MER-plan, noch in het Ruimtelijk Structuurplan, noch in het Ruimtelijk Uitvoeringsplan, de bouwattesten enz … hebben we een spoor van de rubriek ‘rommelmarkt’ gevonden. Of zoals dat in beschaafde kringen van de plannenmakers heet: ‘het tweede leven van consumptiegoederen’. (Trouwens, over het florerende vogelpik-kot dat in de plaats van de Brantano is gekomen, vinden we ook geen instructies in de papieren.)

handel en nijverheid
Eerste KMO’s betrekken Tybersite

Voor zover ons bekend werd er geen plechtige opening gehouden – we hebben er toch niets over gelezen in de Krant van West-Vlaanderen (voorheen De Weekbode) – maar de eerste kleine ondernemingen hebben zich gevestigd op de Tybersite in de Ieperstraat. Hun nieuwe locaties bevinden zich daarenboven in het ‘verborgene’, …