Wie op de Koekuit aardappelen rechtstreeks van de boer wil, kent het adres. Hij gaat naar het hof van Geert Persyn op de hoek van de Charles Cappellestraat en de Lageweg. De boerderij houdt er kranig stand tussen de oprukkende vervuilende industrie en de ‘ontwikkelingsprojecten’ van huizenbouwers. Er wordt onophoudelijk geknaagd aan het akkerland en de weiden. Ook is de boerenstiel in volle evolutie.
Geert Persyn en Dieter Persyn (die laatste heeft een landbouwbedrijf in Wervik) slaan de handen. Ze vormen samen een los/vaste vereniging zonder rechtspersoon. Ze helpen elkaar, maar elk houdt zijn zelfstandigheid. Het geval wil nu dat het duo Geert en Dieter een plan heeft. In de toekomst zouden de kalveren en de zoogkoeien in Wervik worden gehouden. Eens de kalveren ouder zijn, zou een deel ervan verhuizen naar de Charles Cappellestraat.
Een en ander betekent dat het aantal vergunde koeien in Menen zou verminderen van 116 tot 35. Het aantal dieren in Wervik zou dan verhogen met ongeveer hetzelfde aantal. Een aanvraag werd ingediend. Op het stadhuis moeten ze zich dus niet alleen bezig houden met om te hakken sparren en kwikhoudende beeldbuizen, maar ook met koebeesten.
Omdat men niet alles kan weten, heeft men daar het volgende op gevonden. Hoewel beide boerderijen aparte entiteiten zijn, worden ze gezien als één ‘technische eenheid’. We citeren uit het verslag:
‘Een milieutechnische eenheid is de onderlinge […] samenhang van inrichtingen, die gepaard gaat met een relatieve afscheiding van het geheel van deze inrichtingen ten opzichte van andere inrichtingen. Het feit dat verschillende inrichtingen een verschillend eigendomsstatuut hebben, belet niet dat ze een milieutechnische eenheid kunnen vormen.’
Het gevolg is dat de aanvraag door de Stad werd geweigerd. Een deel van de ‘technische eenheid’ ligt immers in Wervik. En daar werd een aparte aanvraag ingediend. Fout dus. Geert en Dieter Persyn moeten hun dossiers opnieuw indienen, maar dan bij de Provincie. Het is merkwaardig dat de stedelijke diensten dat niet op voorhand konden melden. De combinatie werd immers al van bij het begin aangekondigd.
Galloo
Toch is deze beslissing de moeite waard, voor de Alerte Koekuit dan toch. Hier wordt begrip ‘technische eenheid’ ingeroepen als argument om de vergunning te weigeren. Dat begrip moet, volgens de wet, zeer ruim worden opgevat. Zowel de ligging, de aard van de werkzaamheden of de bedrijfsvoering zijn argumenten om bedrijven als een technische eenheid te beschouwen.
Op heden worden de verschillende bedrijven van Galloo als aparte eenheden opgevat. Wie klachten heeft wordt van het kastje naar de muur gestuurd. Zo is het klachtenregister voor Galloo Lageweg een aparte geval. In het licht van de huidige beslissing mag het duidelijk zijn dat heel het afvalcircuit op Grensland als één technische eenheid moet worden opgevat.
Wat voor ‘gewone’ boeren geldt, moet ook gelden voor schroothandelaars en hun onderbetaalde maatwerkbedrijvigheid.