Dit artikel is geschreven in respectvolle herinnering aan wijlen boer Roger D’Hondt.
Hoe bouwt men een fabriekshangar op landbouwgrond? Je moet heel wat relaties hebben om dat voor elkaar te krijgen. Dat is het begin.
Zorg vervolgens dat de goede vrienden voor jou in ‘Brugge’ een document regelen dat in het jargon een ‘planologisch attest’ heet. Het is een stuk waartegen niemand iets kan beginnen – geen beroep, geen bezwaar, geen nietsmendal. Alleen je naaste buren krijgen daarvan bericht. ‘Naaste buren’ wordt wel heel letterlijk geïnterpreteerd: wie aan de overkant van de straat woont, wordt niet aangeschreven. Eens dat voor elkaar, kun je een bouwaanvraag voor je fabriekshangar indienen. Die gaan de vrienden vanzelfsprekend goedkeuren want je hebt het planologisch attest. Later wordt alles wel door de vrienden geregulariseerd met een uitvoeringsplan. Dat is ons land naar de wet.
Tot zover de theorie. Nu de praktijk. Hier duiken tot onze grote spijt weer dezelfde hoofdrolspelers op als in vele van onze andere berichten: de vrienden van de Provincie West-Vlaanderen, de plaatselijke schrootverwerker en boze burgers. Plaats van delict is deze keer de Wervikstraat ter hoogte van de boerderij D’Hondt. Daar wilde de schrootverwerker op landbouwgrond loodsen bouwen om de zeldzame metalen tot het laatste grammetje uit zijn schroot puren. En de rest van het afval opslaan tot de prijs van de oude metalen verbetert.
Wijlen Boer Roger D’Hondt in het verweer
Viel er tegen dat planologisch attest niet veel te beginnen, dan ging wijlen boer Roger D’Hondt in het verweer tegen de bouw van de nieuwe afvalloodsen aan de rand van zijn deels geklasseerd erf. Stof, gebrekkige PCB-beheersing, verlies aan uitstraling van de erfgoedsite, boer Roger D’Hondt had argumenten te over. Hij trok in november 2019 naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen in Brussel. Eind december van het zelfde jaar overleed hij op vierennegentigjarige leeftijd.
En dan begon de juridische kermis. Om een zaak voor door de Raad voor Vergunningsbetwisting te brengen, moet er 200 euro worden betaald. Dat wordt het rolrecht genoemd. In februari 2020 stelden ze in Brussel vast dat het genoemde rolrecht niet was betaald, dus kon er geen recht worden gesproken. Het verschil tussen recht en krom is om te beginnen al 200 Euro.
De advocaat van de boer Roger D’Hondts erfgenamen protesteerde. De erfgenamen waren aanvankelijk niet op de hoogte dat hij naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen was gestapt. De overledene was wijd en zijd bekend als een man die tot de laatste ademtocht zijn zaken zelfstandig beheerde, dit niettegenstaande zijn hoge leeftijd.
Men diepte een wet op waarin stond dat de erfgenamen meer tijd kregen. Vooruit dan maar weer.
Voor de zekerheid werd in februari 2020 het rolrecht nog een keer betaald. Toen bleek dat boer Roger D’Hondt wel degelijk enkele weken voor zijn overlijden, die 200 euro had gestort. Zelfs te vroeg volgens het reglement. Hij was een man die er geen gras over liet groeien. Het mag een blijk zijn van hoezeer hij met de zaak was begaan.
Nog meer verwarring
Goed de zaak kon doorgaan. Om voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen te mogen verschijnen, moet men niet alleen betalen. Men moet ook aantonen dat alle voorafgaande middelen om te protesteren werden gebruikt. Werd er bezwaar ingediend bij de Provincie bij de behandeling van het dossier? Werd er beroep aangetekend bij de Vlaamse overheid?
Boer Roger D’Hondt had alle stappen minutieus en correct gezet. Maar hoe zat dat met de erfgenamen? Hadden zij ook, op eigen initiatief, stappen ondernomen. Volstaat het dat een erfgenaam die op het zelfde adres woont, zich beroept op de stappen van de overledene? Of moet elke inwonende apart bezwaren en beroepen aantekenen?
En dan wilden de schrootverwerker en zijn raadgever nog hun zegje komen doen op in de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Ze wilden erkend worden als tussenkomende partij. Ook zij werden verondersteld eerst langs het betaalloket te passeren. In tegenstelling tot boer Roger D’Hondt waren ze écht te laat met de betaling van hun rolrecht. ‘Dat komt door de moeilijke tijden met de corona,’ jammerden de schroothandelaar en zijn adviseur. Maar daar trapten ze bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen niet in. (De banken blijven normaal werken.) Brussel is eenmaal Menen of Brugge niet.
Verder was daar de administratieve afhandeling van de erfenis. Zulke dingen nemen tijd in beslag, zeker als het om meer dan een peulschil gaat. Men moet daarbij ook langs (meerdere) kassa’s passeren. Wie wordt de nieuwe eigenaar? Zal deze eieren voor zijn geld kiezen en de schrootverwerker een voorstel doen om bepaalde terreinen te kopen? (Een volger van deze rubriek meldde ons onlangs dat volgens de nieuwsite Apache de familie van de schroothandelaar met haar vennootschap Sovago al 172 hectaren in bezit heeft, en daarnaast nog een landbouwexploitatie uitbaat.)
Gebrek aan diligentie
In maart 2020 kwam enige klaarheid over de erfopvolging maar het duurde nog tot juli 2020 voor de erfgenamen hun beroep weer op de sporen hadden.
Er werd door de Raad opgemerkt dat ‘een verzoek tot hervatting de goede rechtsbedeling niet mag verstoren’. Het duurde allemaal veel te lang. En dan viel het woord ‘diligentie’ wat in mensentaal ‘vlijt’ betekent, of ‘werkzaamheid’. ‘Toewijding’
De Raad voor Vergunningsbetwisting oordeelde dat de erfgenamen van boer Roger D’Hondt – godbetert – blijk gaven van een gebrek aan ‘diligentie’. Een tekort aan werkzaamheid! Hun verzoek tot hervatting van de zaak werd verworpen, zonder dat ook maar enige moeite werd gedaan om de argumenten een blik te gunnen.
Inhoudelijk stond het dossier sterk. Jammer.