Bij KW (De Krant van West-Vlaanderen, voorheen onze geliefde Weekbode) werken ook moedige mensen. Zo heb je daar redactrice Phebe Somers. Deze dame waagde het te schrijven dat West-Vlaanderen in 2022 zes hectare bos armer werd in vergelijking met het jaar ervoor. (2021 dus voor zij die recent afstudeerden.) Omgerekend is dat ongeveer 12.000 bomen die het loodje legden.
Gelukkig niet in Menen, zult u beslist samen met ons denken. Er is hier al zo weinig bos en hebben we daarenboven niet, als schepen voor struweel, ingenieur Patrick Roose? Nog voor hij volgend jaar een gooi doet naar het burgemeesterschap, belooft hij 34.322 bomen te planten. Evenveel als er Menenaars zijn. En veel bomen vormen per definitie samen een bos, toch? Helaas voor de schepen: Phebe Somers, de bevlogen journaliste, neemt geen blad voor de mond. Ze noemt Menen in haar artikel warempel één van de vijf gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de afgang van het West-Vlaamse bosareaal.
En als Phebe zich in een onderwerp vastbijt, dan doet ze dat stevig. Ze heeft niet alleen ontdekt dat Menen bij de club van de slechtste bebossers van onze provincie behoort. West-Vlaanderen is daarenboven al de slechtste provincie van het hele land. Met die wijsheid belde ze, een trapje hoger, naar de provinciale gedeputeerde voor struweel, de heer Jurgen Vanlerberghe, gewezen legerofficier en even doortastend als zijn partijgenoot Patrick Roose. ‘Awel, wat is dat nu?’ vroeg ze de opgeschrikte gedeputeerde, die net bezig was met VOKA een nieuwe industriezone te plannen.
‘De provincie heeft niets te maken met de slechte cijfers,’ weerde Jurgen Vanlerberghe zich. ‘Wij zijn gebonden aan de beslissingen van de de hogere overheid’ (lees: Zuhal Demir, nog een trapje hoger, de minister voor struweel in de Vlaamse regering). Phebe dus naar Brussel gebeld. ‘Hoe waagt dat legerkapiteintje zoiets te zeggen,’ werd er daar door de telefoon geroepen. ‘Als de deputatie dat echt zou willen, dan kunnen ze vele hectare bossen realiseren door middel van een provinciaal uitvoeringsplan. Dat hebben ze al voor de 70 hectare vervuilende industriezone Menen West voor elkaar gekregen! Maar ze moeten natuurlijk wel willen.’
Inderdaad, waar een wil is, is een weg. Met een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) werd in Menen 70 hectaren open ruimte op Menen West omgezet tot industriegebied. (Ter vergelijking: Menen telde, alles samen, breed gerekend in 2022, een schamele 13 hectare bos.)
Besluit: ge moet willen.
Onze fee Phebe op de vingers getikt?
De week erop lazen we weer over de bossen in onze streek in KW (De Krant van West-Vlaanderen, voorheen onze geliefde Weekbode). Dit keer een stuk geschreven door Rémi Bruggeman, een man die duidelijk beter naar het bord kijkt. Geheel in de stijl van KW (de Krant van West-Vlaanderen, voorheen onze geliefde Weekbode), gesponsord door de provincie, bevatte zijn werkstuk enige kritiekloze uitspraken van politiekers die beweren zich volledig bewust te zijn van de problemen. En er naar eigen zeggen hard aan werken. Met de klassieke uitvlucht: alles is historisch gegroeid, het is niet onze schuld.
Maar wat ons de meeste zorgen baarde, is de kop boven Rémi Bruggemans papegaaienpraatjes. ‘We moeten samen onze bosarme regio vergroenen’, staat er. Dienen we hieruit besluiten dat voor onze bestuurders groen hoekjes (parkjes, bushokhaagjes, kerkhofgroen, en zo meer) volstaan als surrogaat voor recreatief bos? Reikt hun ambitie echt niet verder?
Schepen ingenieur Patrick Roose krijgt in het betreffende artikel een halve kolom om zijn beleid uit de doeken te doen. Ook hij verwart ‘groen’ met ‘bos’. ‘De sterkste groene stijger in de regio Zuid-West Vlaanderen in de afgelopen twintig jaar is de Stad Menen,’ laat hij optekenen. Daarbij verwijst de schepen naar het toekomstige Barakkenpark van twee hectare – duidelijk een parkgebied met bijkomende verharding en een boomgaard. Het natuurgebied De Bramier (vier hectare) wordt eveneens genoemd, maar dat dateert al van 2009, toen de heer Roose vermoedelijk nog in de pampers zat. De ervaringstuin naast het dienstencentrum Alegro dient ook als boscompensatie. Kan iemand de schepen/ingenieur uitleggen wat een bos is?
Ooit moet bij de A19 snelweg, in de buurt van de Geluwebeek, deels op grondgebied Geluwe, een stadsbos komen. Ooit. Als alles goed gaat. Een van maximaal tien hectare. Nogmaals ter ter vergelijking: in onze streek werd dit jaar 70 hectare open ruimte omgezet in industrieterrein. De stand: bos=1% in Menen / industriezones in Menen= meer dan tien keer zoveel. Maar gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe belooft ons dat het nieuwe bedrijventerrein ‘groen’ zal zijn. Het kan dus ook dienen voor bos.
Tot slot nog een fait divers
‘De Landschapskrant‘ is een gratis magazine dat verschijnt met geld en onder verantwoordelijkheid van de provincie. Het is een blaadje waarin wanhopig de indruk wordt gewekt dat nog niet alles volgebouwd is. (Vergelijk het met het maandblad ‘Nest‘.) Deze keer zet ‘De Landschapskrant’ Laag-Vlaanderen in de kijker. (Dat is het jaagpad tussen de nieuwe Sluizen en het petroleumhaventje In Wervik.)
Zelf hebben we er nog nooit de hele collectie watervogels gezien, waar het ‘De Landschapskrant’ zo lyrisch over doet. En dat de dotterbloem er nog uitbundig bloeit, durven we betwijfelen nu door de rechttrekking van de Leie het gebied verdroogt. Maar laten we ter zake komen.
Wat ons tot voor kort verbaasde was het kleine bosje dat we er aantroffen, ongeveer waar het Franse containerhaventje aan de overkant van de Leie ligt. Waarom overleeft dat bosje? Waarom zijn de bomen er nog niet ziek verklaard en inderhaast gerooid?
Het mysterie is opgelost: dit kleine bosje behoort niet tot West-Vlaanderen. Het is een kleine uitstulping van de Franse grens over de Leie. Vandaar dat het gespaard bleef. Dit bosje is historisch gegroeid.
Abonneer u met onderstaande link op de gratis tweejaarlijkse Stadslandschapkrant Leie en Schelde
https://www.stadlandschapleieschelde.