Plant een boom achter de Tyberzone: het excuusbos in wording

Geen categorie

Begrijp ons niet verkeerd: elk stukje grond dat wordt aangewend om te voorkomen dat deze stad verder afglijdt naar een steenwoestijn, juichen we toe. Het bebossingsproject achter de Colruyt in de Ieperstraat, tot tegen de Tyber-zone, verdient waardering. Maar laat ons toe te zeggen dat sommige elementen in dat dossier vraagtekens oproepen.

Wat vooraf ging

Deel een: het OCMW van Wervik is eigenaar van enkele percelen landbouwgrond gelegen tussen de Ieperstraat en de Geluwebeek, grotendeels gelegen in Menen dus. Het wil die verkopen. Het OCMW van Menen is in die omgeving eveneens eigenaar van een kleiner stuk grond. Het wordt meegetrokken in de verkoop. Samen gaat het om ongeveer 10 hectare.

Deel twee: de Vlaamse overheid is al in 2021 op zoek naar gronden om er bosgebied van te maken. In een bericht dat op 13/9/2021 op deze website verscheen (en dat u nog altijd kunt nalezen) staat dat, op aanraden van de Alerte Koekuit, wijkbewoners massaal schreven naar de toenmalige minister van Omgeving, Zuhal Demir. De minister mailde terug: “Tenslotte neem ik uw suggestie aan of en waar bijkomend bos kan voorzien worden in West-Vlaanderen en specifiek in de regio Menen-Wervik. Zoals u weet, heeft deze Vlaamse Regering op mijn voorstel de ambitie om deze legislatuur 4.000 ha bos te voorzien. Ik zal mijn kabinet vragen om in overleg te gaan met jullie te kijken welke terreinen daar het best voor geschikt zijn.”

Met uw hulp willen de milieuschepen van Wervik, Bercy Slegers, en haar ambtgenoot van Menen, ingenieur Patrick Roose, 9.000 bomen planten. Ze wouden al beginnen maar waren hun laarzen en spade vergeten.

Deel drie: de provincie West-Vlaanderen die verantwoordelijk is voor de kleine waterlopen, dus ook voor de nabijgelegen Geluwebeek, ziet die laatste soms overstromen. Zeker tot ergernis van de omwonenden in Ons Dorp en verder stroomafwaarts. Het opslagbekken voor overtollig water is niet groot genoeg. Daarenboven voorziet men nog grotere hoeveelheden. De Tyberzone, de verbreding van de N58 en de afwatering van de voorziene vervuilende industriezone Menen West zullen daar niet vreemd aan zijn. Men zoekt oplossingen in bijvoorbeeld een bijkomend overstromingsgebied of infiltratieterreinen.

Deel vier: het stadsbestuur van Menen beloofde in de vorige legislatuur wat aan de woonkwaliteit van de stad te doen. Waar is de tijd dat het schepencollege voor elke vierkante meter bijkomende industrie evenveel groen beloofde? Er werd ook een bijkomende boom per Menenaar beloofd. Het bleef bij loze voornemens: de Krant van West-Vlaanderen (voorheen onze geliefde Weekbode) schreef dat in onze provincie het bomenbestand erop achteruitging en dat de stad Menen hierin een van de kampioenen was. (Zie het bericht op deze website van 20/10/2023). Het verlies aan open ruimte neemt in deze stad schrikbarende proporties aan. De verharding volgt met eenzelfde tempo.

Wat er vervolgens gebeurde

Voor alle duidelijkheid moet u hiervoor even weer naar boven scrollen, naar het plannetje. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM), het OCMW van Wervik, en de provincie vinden elkaar. De Vlaamse Landmaatschappij, een agentschap van de Vlaamse overheid, heeft voorkooprecht en koopt wat groen en appelblauwzeegroen is ingekleurd op het kaartje hierboven. Dat is evenwel slechts de helft van het terrein (ongeveer 5 hectare dus). De VLM zal dat deel van het nieuwe bos in beheer nemen en splitst het gebied nu al op in drie stukken: een vallei-gebied dicht bij de Geluwebeek (lees zompig gedeelte), een overgangsgebied – van zomp naar gewoon bos – en het resterende perceel voor zachte recreatie: wandelen, joggen, picknick en nog meer van die fijne dingen.

(Merk op dat het valleigebied nu al bebost is, zodat spreken over 10 hectare bijkomende bos als ruimdenkend moet worden beschouwd.)

Maar met die aankoop door de Vlaamse overheid is het OCMW van Wervik nog maar voor de helft verlost van zijn grond en blijft het stukje dat eigendom is van de stad Menen nog helemaal onverkocht. Als de steden dat zelf inkopen is het een vestzak-broekzak operatie: het levert niets op.

Vorige zomer lanceerden de stadsbesturen van Wervik en Menen dan ook het idee om de overblijvende gronden te verkopen aan investeerders, waarbij men vooral bedrijven op het oog blijkt te hebben. (Voor natuurverenigingen lijkt deze aankoop weinig interessant, omdat er hoe dan ook bos op komt. Er wordt geen bijkomend groen gerealiseerd.) De kopers moeten er zich toe verbinden dat inwoners van Menen en Wervik erin mogen. Aanplant en onderhoud kunnen door de stadsbesturen worden geregeld. Er wordt wel een af te spreken vergoeding aangerekend voor deze service. Tot eind oktober kon er geboden worden op de percelen met de nummers 1 tot en met 4. Wat men zinnens is met de delen 5 tot tot 7, dichts bij de Ieperstraat is niet bekend. Misschien wacht men het resultaat van eerste verkoopfase af

Bestaat er bij ondernemers wel belangstelling? Blijkbaar wel. Op een bijeenkomst van het Platform Grensland, zeg maar de club van fabrieksbazen uit de omgeving, hield hun voorzitter Jan Desmet (Decospan) een pleidooi voor dat stadsbos. In het bericht van 6 december 2019 op deze website meldden we al dat de houtverwerkende bedrijven Woodstoxx en Decospan aan bosbouw deden in Aalbeke. Verder lezen we, hoewel onze redactie daarin niet beslagen is, dat bossen een gunstig effect kunnen hebben voor het bekomen van zogenaamde CO2-certificaten. Een manier om uitstoot te compenseren. Dat zou gegeerd zijn onder vervuilende fabrikanten.

De voorzitter van het platform Grensland, Jan Desmet (Decospan), pleit voor het stadsbos

Om ook de bevolking warm te maken organiseren de stadsbesturen van Wervik en Menen op 28 en 29 november 2025 een grote boomplantactie achter de Tyberzone. 9.000 exemplaren wil men er dan op het grond van de Vlaamse Landmaatschappij planten. De McDonald’s zal goed draaien. Gelieve wel uw bemodderde laarzen uit te trekken bij het binnengaan.

De politiek van de gesleten tong?

Het is aandoenlijk om te zien hoe de Wervikse milieuschepen Bercy Slegers en haar Menense collega Patrick Roose de pluimen op hun hoed willen steken. Het toestaan om 10 hectare – een deels al bebost gebied dat men overigens in eigendom heeft – met bomen beplanten is blijkbaar een titanenwerk geweest. Laat ons mild zijn: administratief dan toch, in deze bureaucratische tijden. En het mocht daarenboven vanzelfsprekend niets kosten.

Na onverdroten administratieve inspanningen wordt dit gebied bos.

Het is evenzeer aandoenlijk het register argumenten van de beide schepenen in de persberichten even onder ogen te nemen. Hoe bosarm is de omgeving niet; hoe belangrijk is gezonde recreatie niet; hoe onontbeerlijk is open ruimte en natuur niet voor de leefbaarheid. Dit zijn de prinsen van het algemeen welzijn. Ze putten daarbij wel uit een heel ander vaatje dan toen ze pleidooien hielden voor de bijkomende vervuilende industriezone Menen West en het verbreden van de afrit Menen West op de A19.

En dit gebied ook

Nogmaals, begrijp ons niet verkeerd: elke inspanning om de woonomgeving aangenamer te maken juichen we toe. Maar dit project zinkt in het niet bij de 70 hectare open landbouwgebied die voor de nieuwe vervuilende industriezone Menen West wordt opgeofferd. En hoeveel hectaren open ruimte gaan er niet verloren aan het ontdubbelen van de afrit Menen West? En waar is het groengebied bij de Tyberfabriek heen? Alles samen tien keer meer onheil dan dat drie kwarts nieuwe bos.

Nieuw voor Wervik is, volgens schepen Bercy Slegers, het geboortebos dat zijn plek zal krijgen op het terrein. Ze kan een voorbeeld nemen aan de stad Menen. Al jaren geleden werd bij de Geluwebeek een geboortebos ingericht, aan de Menense kant. Voorbeelden wekken.

Geen categorie
Recht van antwoord

Mevrouw, Mijnheer, Op donderdag 28 januari 2021 vatten in de vroege morgen enige wasmachines vuur op het terrein van een van onze leden gelegen in de industriezone Grensland te Menen. Het geteisterde bedrijf informeerde de buurt onmiddellijk en correct dat de rook die bij dit incident vrijkwam op geen enkele …